Leertips

Hallo! Sommige leerlingen vinden natuurkunde een moeilijk vak. Hieronder vind je een aantal tips hoe je het meeste uit mijn lessen kunt halen en jezelf de beste kans geeft op een mooi eindcijfer in Juli. Succes er mee!

1. Allereerst de belangrijkste tip van allemaal: oefen met opgaven uit je boek! Van de tijd die je buiten de les aan natuurkunde besteedt zou 80% moeten bestaan uit het maken van opgaven. De resterende 20% kun je samenvattingen maken of het boek nogmaals doornemen, maar de sleutel tot succes is het maken van opgaven. Dat moet je op je proefwerk tenslotte ook.

2. Opgaven maken doe je in een A4-schrift met centimeterhokjes. Gebruik een zwarte of blauwe pen. Nadat je een opgave gemaakt hebt corrigeer je deze met de uitwerkingen van de opgaven die je bij mij altijd krijgt. Je vindt ze op deze site of op Teams. Gebruik een rode, groene of paarse pen en zet een krul bij de opgave die je meteen helemaal goed had. Als je ergens in de opgave een fout hebt gemaakt geef je dit precies aan én verbeter je je antwoord.

3. Mijn lessen bestaan uit een aantal vaste fasen. De belangrijkste fase van de les is fase 7: uitleg, aantekeningen en bordoefeningen. Tijdens deze fase wordt de essentiële stof behandeld die je voor het proefwerk moet zien te beheersen. De andere fasen daaromheen dienen ter extra oefening en aankleding. De aantekeningen die je in deze fase overneemt van het bord vormen een compacte samenvatting. Met de bordoefeningen oefenen we de essentiële stof op makkelijk niveau. Deze maak je rechtstreeks in je schrift vanaf het bord.

4. Werken met Natuurkunde voor de Tweede Klas

Na lesfase 7 ga je in de les of thuis zelfstandig aan de slag met opgaven uit Natuurkunde voor de Tweede Klas. Deze opgaven zijn per paragraaf gesorteerd in een set A, set B en een set C. De gedachte achter deze sets is:

Set A is een basisset waarmee je kunt oefenen met de stof. Hiermee kun je kijken of je de stof begrijpt en of je deze makkelijk of moeilijk vindt. Als je het hele jaar door van elke paragraaf alleen set A maakt heb je een redelijke kans op een voldoende eindcijfer (een 6,0).

Set B bied meer oefening met de stof met opgaven van gemiddeld niveau. Deze set kun je maken als je gaat voor een ruime voldoende en daarvoor vooral wilt oefenen met de basis. Als je deze set regelmatig ook maakt na set A heb je kans op een ruim voldoende eindcijfer (een 7,0).

Set C bestaat uit moeilijke opgaven die dieper op de stof ingaan of deze uitbreiden. Deze set is bedoeld voor als je uitdaging zoekt na set A en je ook de moeilijke opgaven op de proefwerken goed wilt kunnen maken. Als je consequent deze set maakt na set A ontwikkel je ook je inzicht in de stof beter en kun je hier flexibeler en creatiever mee omgaan op het proefwerk. Daarmee vergroot je je kans op een hoog eindcijfer voor natuurkunde (een 8,0 of hoger).

5. Als je thuis aan het werk gaat met Natuurkunde voor de Tweede Klas, als huiswerk of omdat je ziek thuis zit, kun je dit het beste als volgt aanpakken:

• Bekijk de leerdoelen van de paragraaf in het bordbestand.
• Lees de tekst van de paragraaf met deze leerdoelen in het achterhoofd.
• Bijna elke paragraaf staat er een vaardigheid zoals het werken met een formule centraal. In de paragraaf staan uitgewerkte voorbeelden bij deze vaardigheid. Bestudeer deze. Let op: doe dit niet door alleen maar naar de uitwerkingen te kijken. In plaats daarvan: schrijf met een pen mee met de uitwerking en probeer daarbij zo veel mogelijk al zelf te bedenken.
• Als je het gevoel hebt de uitgewerkte voorbeelden te snappen kun je proberen de opgaven van set A te maken. Als je dit gevoel niet hebt kun je eerst proberen de bordoefeningen van de paragraaf te maken. Deze vind je in het bordbestand. Na deze boerdoefeningen ga je verder met set A uit het boek.
• Nadat je set A gemaakt hebt kun je naar eigen inzicht stoppen (als je gaat voor een 6,0) of een vervolgset B of C maken (als je gaat voor een hoger cijfer).

Als je aan deze tips houdt en voldoende tijd in het leren steekt kun je natuurkunde in de tweede en derde klas makkelijk afsluiten met een voldoende.

Succes met je nieuwe vak dit jaar, Bastiaan van Hengel